Mijn opa, de vader van mijn vader, overleed toen ik erg jong was. Hij miste benen, maar had dan wel weer een dikke bos met zilver haar. Duidelijk dat ik niks heb geërfd van hem. Ik herinner me vaag dat ik op zijn schoot zat. Het was een mysterieuze man, tot vandaag aan toe. De ouders van mijn vader waren gescheiden. In het katholieke dorp waar ik vandaan kom, was dat een grote schande. Toch werd mijn oma daardoor juist een heldin voor mij, omdat zij zeer modern was en zelfstandig keuzes maakte. Zij was een boogschutter, net als Tina Turner, en zo voelde zij ook voor mij. Mijn opa was een schorpioen. Hij blijkt meer een geheimzinnige persoon in mijn herinnering.
In de familie van mijn vader en moeder bestaan grote verhalen, levens veranderende verhalen, waar in beide families niet of zeer zelden over wordt gesproken. Nu er steeds meer ooms en tantes, en helaas ook neefjes en nichtjes, sterven, wordt de lijn naar de voorouders steeds dunner. Het zit echter wel in je DNA, je hele voorouderlijke geschiedenis. De meesten lijken zich er niet druk om te maken. Mij heeft het echter nooit losgelaten. Ik wil wel begrijpen waar ik vandaan kom, en hoe het mogelijk is dat ik bepaalde patronen zie, die anderen weigeren te zien. In die zin, begrijp ik overigens immigranten en anderen heel goed, die zoeken naar hun wortels en herkomst. Het is de essentie van je zijn. Je bewustzijn. Dit is wat ons mens maakt. Hoe bewuster, hoe menselijker. Being human.
Opa Derks heeft een slechte “rap” en er zit ook veel schaamte en schande om hem heen. Hij had blijkbaar een kwade dronk, was een mooie man die mogelijk verleidelijke praatjes hield, was geen echte familieman, en verder weet ik niet veel van hem. Wel dat velen pijn hadden door hem. Zeker ook mijn oma en mijn vader. En hijzelf natuurlijk. Mijn vader moet echter ook pijn gehad hebben, om hem niet goed te kennen, maar wel te zien dat hij ook bepaalde streken van hem had geërfd. Een mysterie dat nooit is opgelost. En ik ben dan de stamhouder. Er zijn nog geen kinderen, maar ik blijf een beetje een James Bond, dus houd wijselijk mijn mond. Van dit concert des levens krijgt ook niemand het program.
Rondom het graf van opa hing een soort mysterie. Ik ben er een enkele keer geweest. Het leek bijna anoniem, en ik herinner me witte kiezelstenen. En ook een graf vlakbij waar een witte hand op geplaatst was. We hebben daar om gegild omdat ons verteld werd dat als je iemand slaat, je hand boven het graf uitgroeit. Opa was zo arm, is mij bijgebleven, dat zijn kinderen voor het graf moesten betalen. Dat voelde als een schaamte wederom. Maar ik vond dat als kind eigenlijk heel normaal. Waarom zou je na je dood nog meer moeten betalen? Houdt het dan nooit op?
Toen mijn vader te horen kreeg in, ik geloof, augustus 2020 dat zijn kanker echt niet meer verholpen kon worden, was dat een enorme klap. Zeker voor iemand die nog bomvol plannen en wensen zat en die nog zoveel wou doen en meemaken. Mijn vader is echter iemand die altijd de controle in eigen hand wilde houden. Hij begon gelijk met het uitzoeken en onderhandelen over een plekje op het kleine kerkhof vlakbij zijn huis aan de Kasteellaan. Naast zijn reeds overleden, en voor hem zeer dierbare, zus Gerrie. Dat lukte hem. Ook hoe zijn graf eruit moest komen te zien, dat ging hij gelijk uittekenen en nabouwen.
Hij praatte daarover met mij, maar ik had daar geen zin in. Ik vond het een afschuwelijk gesprek. Op een dag in december, de negende, was ik weer bij hem. We zaten weer in de corona lockdown, dus ik had tijd om langs te gaan. Vol trots moest ik meelopen, want aanschouw: hij had het graf in zijn eigen tuin al nagebouwd. “wat vind je ervan? Ik wil de stenen zo gemetseld hebben en op die plek ongeveer moet een houten kruis komen”.
Mijn maag voelde leeg en ik werd een beetje draaierig. “het lijken net dominostenen die omvallen”. Oh, zo had hij het nog niet bekeken. “ik vind het mooi en een goede techniek. En trouwens, dat klopt dan best wel die vergelijking. Niks mis mee”. Hij had ook al een goede vriend van zijn werk op de zmok school, die hij als vakman zag, bereid gevonden om het ontwerp verder door te nemen met hem en voor hem te maken als hij eenmaal begraven zou zijn. Want dat moest wel door iemand gebeuren die hij respecteert. Mijn vader wist altijd al dat je respect moet verdienen door je daden. Dat is niet een natuurlijk recht.
De confrontatie stopte daarmee niet. Achter zijn huis was ook een schuur, zijn werkschuur, waar ik ook mee naar toe moest. Een karig, maar functioneel ingerichte schuur, die volgens sommigen een schatkamer zou zijn. Het was er rijk aan ervaring en herinneringen, maar dat kan je moeilijk zien als je verblind bent door dollartekens.
Mijn vader was daar ook bezig om mijn antieke bakfietsen op te knappen, die ik later met zijn vriend Martien onder zijn toeziend oog mocht afmaken. Hij had de kracht niet meer. Daar stond tegen de werkbank, waar de foto’s van Baywatch Pamela, Neil Diamond en Jantje Peters boven hingen, een object onder een wit laken. Hij trok het laken weg. “kijk, het kruis is al bijna af. Ik heb er al lood opgemaakt en aan de onderkant kan je het hoger of lager schroeven met de waterstand en zo. Dat het hout droog blijft aan de onderkant.”
Dit was het meest confronterende moment in mijn leven tot dat moment. Zelfs de walgelijke shock van het door mijn eigen familie voor de rechtbank gesleept worden viel erbij in het niet. “ik vind dit raar, pa. Het is mooi hout en ik vind het bijzonder dat je het zelf maakt. Maar ik zou dit echt niet kunnen. En ik weet niet wat ik moet zeggen nu.” Mijn vader was enorm bezig met de acceptatie, het niet wegkijken, van hetgeen waar hij totaal geen zin in had. En het leek wel een schreeuw naar ons, om door te dringen wat er aanstonds was. Hij wilde bij ons doordringen, zijn schreeuw. Als je zo van het leven houdt, maar weet dat het heel snel lelijk gaat worden en voorbij gaat zijn, waarheen stroomt je water dan? Mijn vader werd, zoals altijd, enorm praktisch en ging aan de slag. En hij zou er iets moois, en het liefst, iets perfects van maken.
De weken erna schuurde en perfectioneerde hij het kruis verder. Alleen de tekst en hoe dat eruit moest zien, dat liet hij aan mij en zijn vrouw over. Ook de tuin binnen de dominostenen mochten wij later vullen met leven.
Het grote mysterie dat opa is, nam mijn vader deels mee. Hij heeft het echter een stuk minder geheimzinnig gemaakt. En hopelijk met de hulp van mijn testament, kan ik veel van de mysteries terugbrengen tot roddel en achterklap. Ik weet hoe het is, als mensen vunzigheid vertellen over je in de hoop er zelf beter uit te kunnen zien. Ook hoe makkelijk het is om met de wolven mee te huilen. Opstaan tegen laster is al moeilijk genoeg. Gelukkig gaan niet alle mensen over lijken.
Mijn vader heeft zijn eigen kruis getimmerd, gezaagd en geschaafd. Zijn vrouw heeft een omranding van een ander graf dat geruimd moest worden kunnen recyclen als basis. Veel duurzamer kan het niet. Zijn vriend heeft de bakstenen gemetseld en het kruis geplaatst op de juiste hoogte. Wij hebben zijn naam erin gebrand. En blijven zorgen dat het leven kan groeien binnen het metselwerk dat mijn vader bedacht heeft. En de dode takjes en rotte bloemen binnen deze domino-rand zullen we met alle liefde verwijderen. Mijn vader heeft genoeg betaald in zijn leven. En soms hoef je maar 1 blokje uit de reeks weg te halen om te zorgen dat niet alle stenen omvallen.